Ecuador
 

Start
Omhoog

 

Periode November 1996
Locatie Ecuador, Andes & Jungle
Transport Openbaar vervoer
Organisatie Gap + eigen improvisatie

September 1996

Door verschillende omstandigheden was de geplande reis naar Schotland in juni niet doorgegaan.

Omdat ik toen volop aan het solliciteren was, had ik geen onmiddellijke vakantieplannen meer. Tot op een avond in juni iemand me vertelde over haar reis die ze in november zou maken naar Ecuador. Toen ik haar enthousiast zei dat ik het een prachtig initiatief vond, vertelde ze me dat ik maar moest mee gaan als ik wou. Hoewel ik op het moment beleefd bedankte voor het aanbod, bleef het idee toch nog een tijdje in mijn hoofd hangen.

Toen ik enkele weken later meer zicht kreeg op mijn beroepsbezigheden heb ik haar opgebeld en gevraagd of haar aanbod nog geldig was. Kort daarop zijn we naar het reisbureau gestapt, en heb ik, nogal vrij impulsief, dezelfde reis geboekt. Het plan is om de 26 dagen te vullen met enerzijds een groepsreis met Encounter Overland. Die gaat zo’n twee weken in beslag nemen. De andere dagen zullen we vullen met ons eigen programma.

Nu zijn we september, en ben ik al een beetje ingewerkt in mijn nieuwe baan. Stilaan begint het tot me door te dringen waar ik aan begonnen ben. Mijn bezoekje aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde heeft daar zeker toe bijgedragen. Je haalt immers niet elke dag een vaccinatie tegen gele koorts.

Sinds gisteren ben ik ook begonnen met Spaans te leren.

Ondertussen beginnen ook de laatste voorbereidingen een aanvang te nemen : een packing list opstellen, filmrolletjes, medicijnen en andere benodigdheden aanschaffen, excursies plannen enz...

Alles lijkt feilloos te verlopen, tot op een vrijdag een berichtje op mijn antwoordapparaat staat. Ik moet terugbellen naar het reisbureau. Niets vermoedend bel ik naar het agentschap in Antwerpen. Groot is echter mijn verbazing als ik te horen krijg dat de expeditie is afgelast wegens te weinig deelnemers. We zitten dus met twee tickets naar Quito, maar we hebben geen tour ter plekke ! Die zaterdag gaan we volop op zoek naar een alternatief. Dat is sowieso al niet gemakkelijk. Ecuador is nu eenmaal niet echt een voor de hand liggende bestemming. De meeste tochten vallen niet in ons tijdsbestek of zitten al volgeboekt. We onderzoeken ook even de mogelijkheid om van locatie te veranderen en bijvoorbeeld vanuit Quito door te vliegen naar Peru of Venezuela, maar dat blijkt financieel niet haalbaar. Wonder boven wonder vinden we toch een tour van het Canadese GAP-adventures die een dag na onze aankomst vertrekt en ook twee weken duurt.

Oktober

De opschudding van de annulatie ligt alweer een tijdje achter ons. Ik ben terug volop met de eigenlijke voorbereidingen bezig, en die nemen per definitie meer tijd in beslag dan oorspronkelijk gedacht.

De laatste weekends ben ik steeds gaan winkelen om die laatste kleine dingen bij elkaar te krijgen. Filmpjes, reservebatterij voor de camera, waterzuiveringstabletten, aanvulling van de reisapotheek (iets meer dan anders) en ga zo maar verder.

Ook administratief moet er heel wat gebeuren : reispaspoort verlengen, tickets afhalen, verzekering controleren, ... Als er nog tijd over blijft, dan probeer ik ook nog wat Spaans te leren.

Van Ann heb ik al een tijdje niets gehoord. Ik weet van haar zus dat ze momenteel in Spanje zit, en dat ze daar nog wel eventjes moet blijven. Ik hoop dat ze met al die drukke beroepsbezigheden de tijd vindt voor de nodige voorbereidingen.

We zijn nu zo’n week voor vertrek, en alles in kannen en in kruiken. Het enige dat me stilaan zorgen begint te baren is het feit dat we nog steeds geen pre departure information voor de tour hebben gekregen. We hebben dus geen naam van het hotel, plaats en tijdstip van afspraak en dergelijke. Op het reisbureau paniekeert men nog niet, dus doen wij dat ook niet. Ik heb ook al geprobeerd om via e-mail G.A.P. te bereiken, maar dat is me nog niet gelukt. We zullen wel zien ...

Ondertussen heb ik alle relevante informatie uit de Lonely planet guide voor Ecuador zowat doorgenomen. Meer en meer begint het land me te fascineren. Ik ben echt wel benieuwd welke avonturen we in dat toch totaal verschillende land gaan beleven.

31/10

Het is zover. Ik heb eigenlijk verrassend goed geslapen. Het is immers toch een nerveuze tijd, die ogenblikken voor je aan een reis begint. Moeder is altijd wel een beetje ongerust, maar nu de bestemming Ecuador is, is het een beetje meer dan normaal. Ecuador, een land waarvan zelfs ik indertijd moest opzoeken waar het nu precies lag.

Ik heb met vader afgesproken dat hij ons zal wegbrengen naar de luchthaven. Hij is rijkelijk vroeg. Het regent pijpestelen als we vertrekken. Al gauw blijkt dat we onze tijd meer dan nodig gaan hebben, want het verkeer zit muurvast. We doen er zowat een uur over om Ann te bereiken. Ondertussen overloop ik nog eens alle dingen die ik zou kunnen vergeten zijn. Ik kan niets bedenken. Ann staat natuurlijk al te wachten. Ze heeft net dezelfde bagage klaar staan als ik : Een rugzak, verpakt in een beschermhoes en een dagrugzak als handbagage.

Die formule heeft voor mij zijn nut al dikwijls bewezen. Mijn documenten, geld en enkele kleine spullen heb ik meestal in een buidelzakje rond m’n middel, maar dat heb ik nu vervangen door een exemplaar dat onder m’n kleren verborgen zit.

We zijn maar net op tijd als we op het vliegveld aankomen. We schuiven onmiddellijk aan voor de incheckbalie van Lufthansa. Ik informeer even of er geen plaats meer is aan een Nooduitgang (meer beenruimte !), maar we hebben geen geluk.

Na een tijdje begeven we ons naar de "Gate" waar we moeten "Boarden". Ons vliegtuig staat aan de oude luchthaventerminal. We lopen langs de oude vertrekhal. De verlaten transportbanden en incheckbalies geven een vreemde indruk. We komen dan in de oude tax-free ruimte. Ik wil - net als vorig jaar - nog een leesboek kopen, maar in tegenstelling tot de nieuwe terminal vind ik hier geen boekenwinkel. Dan maar niet.

Het duurt eventjes voor we op het vliegtuig kunnen. Ontspannen wachten we op het sein van de stewardess. Die zit een verwoed gevecht te leveren met het intercom-systeem waar alle vluchten uit deze vertrekterminal gebruik van dienen te maken. De nerveuze spanning van de voorbereiding heeft plaats gemaakt voor een opgewonden gevoel van een beginnend avontuur.

De vlucht naar Frankfurt duurt maar een klein uurtje. Daar verbaas ik me erover hoe groot de luchthaven wel is.

Na even naar de vitrines van de tax-free shops gekeken te hebben nestelen we ons in een van de rijen zetels in de centrale hal tot het tijd is om ons naar de vertrekhal te begeven.

3/11

De eerste dag van de tour. Als we ingepakt zijn gaan we beneden ontbijten. Naast Kate, Machteld, Paul en Paulina, die we gisteren al ontmoet hebben, maken we kennis met de andere groepsleden. Ik kan bijna niet geloven dat de oude dames die wat verder zitten te ontbijten ook tot onze groep behoren. Die zijn minstens 60 jaar oud !

Na het ontbijt komen we samen in de bar van het hotel. Na een zeer korte introductie gaan we naar buiten, waar 3 taxi’s staan te wachten om ons naar de busterminal te brengen. We hebben immers te horen gekregen dat we de oorspronkelijke route (met het vliegtuig naar Cuenca, en dan met de bus terug) in omgekeerde volgorde gaan doen.

Na ons taxi-avontuur van de eerste dag kijk ik eens wantrouwig naar de taxi-chauffeur. Deze is echter een vriendelijke kerel. Ik merk ook op dat de meter op een veel betere plaats is bevestigd. Het is nu duidelijk dat we eergisteren zijn vervoerd door een neptaxi.

Aangekomen in de "terminal terrestre" kijken we onze ogen uit. Na een waarschuwing van Paulina voor eventuele gauwdieven, gaan we in groep naar de verdieping waar de bussen vertrekken. Het immense betonnen gebouw geeft een verwaarloosde en sombere indruk. Om de haverklap kom je een bedelaar tegen. Haastig volgen we onze gids.

Nadat we van haar een ticketje gekregen hebben mogen we het perron op. Daar vinden we de meest exotische modellen van bussen. Het valt me wel op dat de lange-afstandsbussen die hier staan over het algemeen in iets betere staat zijn dan de stadsbussen waar we ons de afgelopen dagen over verbaasd hebben in de straten van Quito.

Ondanks de chaotische indruk zit er blijkbaar toch een gestructureerd systeem in het openbaar vervoer. Alle bussen weten precies aan welk perron ze mogen parkeren, en we hebben zelfs gereserveerde plaatsen. Als onze bus arriveert wordt de bagage op het dak geladen.

Een beetje nerveus stappen we op. Het interieur doet me denken aan een oude reisbus waar we vroeger mee op schoolreis gingen. De bus vertrekt slechts twintig minuten te laat, hetgeen naar Zuid-Amerikaanse normen een behoorlijke score is. Ik merk op dat er op iedere bus een "conducteur" meerijdt. Die man hangt in het begin van de rit uit de deuropening en roep luidkeels onze bestemming naar iedereen die we tegenkomen. Het is duidelijk dat deze mensen op commissie werken.

De rit duurt zo’n drie uur en voert ons Zuidwaarts door het Andesgebergte. Naarmate we vorderen geraakt de bus voller en voller.

Als we aan de terminal van Banos aankomen, nemen we nog een taxi naar het hotel. Niet dat het zo ver is, maar we hebben al onze bagage bij en de taxi kost toch twee keer niets. De wagen is dit keer een grote oude Amerikaanse slee. We worden afgezet aan een mooi hotelletje in Spaanse stijl, gelegen in een mooie tuin aan een heel rustige straat. We nemen plaats op de veranda waar een oud salon staat. Eén voor één krijgen we onze kamers toegewezen. Er blijkt niet zoveel volk te logeren, en dat kan ook moeilijk anders want met onze groep bezetten we al meer dan de helft van het hotelletje.

Na een korte opfrisbeurt gaan we lunchen in een vegetarisch restaurant in de straat. Dit etablissement blijkt een toeristische trekpleister te zijn. Vooral jongeren die langere tijd door Zuid-Amerika reizen lijken hier mekaar terug te vinden.

Als onze maag terug gevuld is, ga ik met een groepje, waarvan ik vermoed dat we nog dikwijls samen zullen optrekken, een wandelingetje maken. Het weer is mooi, maar toch zijn er altijd wel wolken aanwezig.

Volgens het "South American Handbook" van Kate heeft Banos ook een heiligenbeeld dat de stad bewaakt. Daar willen we naartoe klimmen. Het is nog nergens te zien, maar Kate loodst ons het centrum uit in de richting van een grote berg. Na een tijdje staan we echter voor een grote ravijn.

Beneden ons raast een woeste rivier.

Achter ons openbaart ons een mooi zicht : de vulkaan Tungurahua komt vanachter de wolken. Na enkele foto’s dwaalt mijn blik wat naar rechts en daar staat de maagd van Banos op een berg aan de andere kant van het dorp !

Mompelend beginnen we terug te stappen. We wandelen door het centrum en lopen over de overdekte markt. Die loopt op zijn einde, en alles ziet er nogal vuil en wanordelijk uit.

In ons beste Spaans vragen we de weg naar de "Buena Vista", wat uitzichtpunt betekent. De vriendelijke Ecuadoriaan wijst ons de weg naar het kerkhof. Achter het kerkhof vinden we een paadje dat naar de berg leidt. We stappen goed door, want het wordt stilaan laat en de zon gaat vroeg onder op de evenaar, zeker in de bergen.

Verschillende mensen kunnen het tempo niet volgen en keren onderweg terug.

Halverwege de beklimming zijn er plots trappen. Op het eerste zicht lijkt dit makkelijker, maar al vlug hangen we uitgeput aan de trapleuning. Na een laatste krachtinspanning komen we boven aan het beeld aan. Na wat nagehijg, een drankje en een fotootje beginnen we aan de terugtocht. We zijn nog maar net vertrokken of we worden voorbijgestoken door een koppel in fitness-outfit. Die zijn we op de heenweg niet tegengekomen, dus ze zijn van hogerop de berg gekomen. Kwestie van in vorm te blijven !

Die avond gaan we dineren in de hoofdstraat. Hoewel het de deelnemers in principe vrij is om te gaan eten waar ze willen, volgen we toch met z’n allen Paulina’s suggestie en gaan we met de hele groep eten.

4/11

Het ontbijt is "included" vandaag, dus dat hoeven we niet te betalen. We vinden nog een paar groepsleden op het terras van het restaurant. Het is een zalig weertje en het ontbijt is lekker. Dit is zo één van die momenten dat het leven toch mooi kan zijn. We kunnen zelfs kiezen hoe we onze eieren gebakken willen hebben. "Huevos fritas" (letterlijk gebakken) betekent blijkbaar een spiegelei.

Vermits we vandaag de hele dag in Banos blijven is iedereen vrij om te doen wat hij wil. Ann en ik besluiten om een wandeling te gaan maken. Gewapend met een toeristisch kaartje gaan we op zoek naar een brug die ons over de rivier naar een mooie berg moet brengen.

Al vrij snel hebben we de brug gevonden. De rivier stroomt namelijk vlak achter de laatste rij huizen van het dorp. Er is echter een probleem: de rivier stroomt ook zo’n 20 meter lager dan de laatste huizen. Hoe goed we ook zoeken, we zien geen mogelijkheid om bij de spectaculair uitziende brug te komen. Als we wat verder wandelen, vinden we toch de weg naar de brug via een guur steegje tussen twee woningen. Een aantal dorpelingen zijn er echter beton aan het gieten zodat we maar terugkeren naar het dorp. Daar vinden we Paul en Machteld terug. Die hadden een dagje paardrijden gepland, maar blijkbaar is de gids niet komen opdagen. Paul besluit om met ons mee te gaan wandelen, maar Machteld ziet dat niet zo zitten. Met ons drieën wandelen we door het gezellige centrum naar de andere kant van het stadje waar we een andere berg beginnen op te lopen.

Boven op die berg staat een kruis. Op het kaartje staat "Bella Vista", dus dat kan alleen maar goed gaan. Na een uurtje flink doorstappen staan we te genieten van het prachtige uitzicht. Er raast een sterke wind over de kam van de berg en hoewel het weer nog mooi is, beginnen er toch hier en daar dreigende wolken te verschijnen.

Omdat terugwandelen langs dezelfde weg tegen onze principes is nemen we de weg langs de andere kant van de berg in de hoop dat we rond de berg ook terug in het dorp kunnen komen.

Het landschap is prachtig en er is absoluut geen levende ziel te bespeuren. De volledig groene heuvels doen me wat aan Vietnam denken. Niet dat ik daar al geweest ben, maar Paul die al wel in Zuid-Oost Azië is geweest gaat volledig akkoord.

Als het plots begint te druppelen overwegen we even om toch nog terug te keren. Dat doen we toch maar niet, en na een tijdje houdt het terug op met regenen.

Na een tijdje komen we beneden aan de berg. Wat verder loopt de grote baan die naar Banos leidt. Vol goede moed stappen we door. De weg is een stuk langer dan verwacht, zodat het al een stuk in de namiddag is als we uiteindelijk terug in het centrum zijn. We gaan onmiddellijk lunchen in de vegetarische keet van gisteren. Wonder boven wonder vinden we er nog een paar reisgenoten terug, en als we eenmaal besteld hebben komt de derde lading tochtgenoten binnengevallen.

We zijn het er allemaal over eens dat we onze portie fysieke inspanning wel gehad hebben voor vandaag, dus gaan we naar de thermale baden (Banos, weet je wel...). De private baden die eigendom zijn van het hotel laten we links liggen, en we trekken naar de publieke warmwaterpoel.

De inkomprijs van zo’n 15 fr. betalen we met plezier. Het is druk in het zwembad. Een bonte mengeling van inwoners en toeristen zit, ligt of staat te relaxen in het troebele en dampende water.

Een kwaad uitziende Ecuadoraan komt ons nog vertellen dat we eerst moeten douchen voor we het bad in mogen.

Paul moet na een kwartiertje al terug vertrekken, want hij heeft een afspraak bij de plaatselijke masseur!

Ann en ik blijven nog wat nagenieten, en plots merken we David en Ewart op, die in een kleiner bassin van de ondergaande zon liggen te genieten. Als we hen vervoegen merk ik dat het water hier nog warmer is! Volledig relaxed liggen we te genieten van de stilaan ondergaande zon. In het bad kijken een paar spelende kinderen enigszins verwonderd naar onze blanke lichamen.

Regelmatig stapt er iemand uit het water om onder een ijskoude waterstraal te gaan staan. Als Ann vol goede moed hun voorbeeld volgt kan ik natuurlijk niet achterblijven.

De eerste schok beneemt me enigszins de adem, maar uiteindelijk is het best aangenaam.

Net voor sluitingstijd gaan we terug onze kleren ophalen en met een zalig gevoel kuieren we terug richting hotel.

05/11

Na het ontbijt vertrekken we te voet naar de terminal terrestre. Onze bagage wordt per pick-up vervoerd.

Hoewel de openlucht busterminal van Banos veel kleiner is dan de betonnen kolos van Quito, is het ook hier een drukte van belang. Plaatselijke bewoners drummen om in de juiste bus te geraken. Anderen onderhandelen over van alles en nog wat. Er is altijd wel iemand die naar je roept: een chauffeur die zijn bestemming verkondigt, een jongen die zakjes (!) Cola verkoopt. Verdacht uitziende ijsjes, kranten, het is allemaal te verkrijgen. Om tijdens de zeven uur durende busrit niet om te komen van de honger heb ik in het dorp een pak koekjes gekocht.

Paulina heeft ons verteld dat de chauffeur meestal wel stopt om iets te eten, maar dat dat niet vanzelfsprekend is.

De bus is een stuk ouder dan die waarmee we gekomen zijn. Toch staat er een tv en een video in gemonteerd. De bus is niet zo vol als in Quito, waarschijnlijk omdat de tocht langer duurt.

We vertrekken bangelijk op tijd. Ik heb een plaatsje kunnen bemachtigen op de eerste rij, zodat ik wat meer beenruimte heb. Ecuadoranen zijn namelijk een stuk kleiner.

De tocht is prachtig en soms vrij spectaculair. Zelfs na een paar dagen in dit vreemde land blijf ik me verbazen welke vehikels er hier rondrijden. Telkens we een dorpje binnenrijden hangt de copiloot uit het raam om luidkeels CUENCA CUENCA CUENCA te roepen. Veel passagiers rijden slechts een kort stukje van de rit mee.

Rond halftwee stopt de bus aan een onooglijk klein restaurantje. We zitten echt in "the middle of nowhere". Men leeft hier waarschijnlijk voornamelijk van de lokale werklieden en de passagiers van voorbijrijdende bussen. Dit is echt. Het restaurant biedt slechts één menu aan. Een dikke aardappelsoep, en een soort stoofvlees met rijst. Het smaakt heerlijk. De rekening: 4000 Sucres, oftewel 40 fr.

Plotseling merkt Kate dat ze haar portefeuille in de bus heeft laten liggen. Als ze gaat kijken, merkt ze dat al haar geld eruit verdwenen is. Kate, die al een maand door Zuid-Amerika reist, was wel zo slim om niet te veel geld in haar portefeuille te stoppen, zodat de schade nogal beperkt is. Toch zet het eventjes een domper op onze stemming.

Rond halfvijf arriveren we in Cuenca. Cuenca is de derde grootste stad in Ecuador, en volgens de Ecuadoranen de mooiste. Volgens Paulina is de levensstandaard hier relatief hoger.

Ons hotel ligt midden in het centrum. Het is gelegen in een prachtig gebouw en de architectuur is een echt meesterwerkje.

Vandaag slaap ik samen met Paul op één kamer. Paul is echt een vlotte kerel, en zijn Schots accent werkt aanstekelijk.

Als we gesetteld zijn, gaan we de onmiddellijke omgeving verkennen. We komen al gauw op een mooi plein dat gedomineerd wordt door een grote kerk. Het plein is eigenlijk een klein parkje waar mooi onderhouden plantenperken en ruime wandelpaden elkaar afwisselen. We pauzeren even op een zitbank om te genieten van het mooie weer en de gezellige drukte. Het duurt maar een paar minuten of we worden al belaagd door een paar jonge schoenpoetsers. Ze zijn heel opdringerig, en ik moet me bijna kwaad maken voor ze door hebben dat onze bergschoenen niet gekuist hoeven te worden.

‘s Avonds komen we allemaal samen op de mooie gaanderij op de eerste verdieping van het hotel.

Paulina weet immers weer een typisch restaurantje. Dat blijkt tegen de kerk van daarstraks gebouwd te zijn. Het eten is lekker, zoals altijd.