Why ?
 

Start
Omhoog

 

Why ?

 

 

De getemde wolf droomt altijd van het bos

Russisch spreekwoord

 

 

Ik word wakker. Het is nog donker buiten. Drie uur. Ik ril in mijn slaapzak. Het is koud, ik hoor de regen op het tentzeil. Het giet water. Ik trek de slaapzakkap dieper over mijn gezicht. Ik slaap voort.

Ik schiet wakker. Zes uur. Opstaan ? Gaan werken ? Nee. Vakantie. Te vroeg. Nog even pitten. Het regent nog altijd. De wind giert. Ik draai me om, slaap voort.

Zeven uur. Ik ben klaarwakker nu. Het regent niet meer... zo hard, het miezert, het waait, het is koud. In mijn slaapzak moet het zo’n vierenvijftig graden Celsius zijn, in mijn tentje is het vier graden, buiten minus twee.

 

v

 

Het is koud. Ik voelde het al toen ik vanmorgen wakker werd; de warme condensdruppels op de koude binnenkant van mijn tunneltent vormden een knisperend laagje ijskristallen. Buiten kraakt een lichte vorst. Er is nog maar weinig beweging in Ivalo en het busstation ligt er verlaten bij. Op een oud Samisch mannetje en een Finse soldaat-milicien na sta ik hier alleen. De zomertoeristen zijn blijkbaar al zuidwaarts gekeerd en voor de Ruska-trekkers is het misschien nog iets te vroeg. Voor de gouden kleurenpracht van de vroegherfst (Indian Summer, Altweibersommer, Ruska) moet het eerst nog een paar graden killer. Op dit vroege uur liften naar Inari lukte niet; zelfs niet op de plek achter de brug die mij door een behulpzame Samenkerel als good place for - wijst met de duim in de lucht  werd aangeduid.

 

Het blijft ijskoud, winderig, kwikgrijze lage wolken, en ik ijsbeer wat rond om warm te blijven. Duikt die Lappenkerel weer op, nu op een oude verroeste witte damesfiets. Hey,päivää, lacht hij en gooit zijn hoofd achteruit. No good place ?  Ik schud van neen en het lijkt erop of hij meer uitleg wil. Zet zijn witroeste fiets tegen de bakstenen gevel van het busstation en komt traag naar me toe. Bus ? Yes, I will take bus; no luck with hitchhiking today. Maybe tomorrow. Aan zijn gezicht te zien komen er uit mijn mond te veel woorden die hij niet kent, niet begrijpt, maar wel de betekenis die ze samen bevatten. Hij zegt niets, bekijkt me alleen maar, grondig, rustig zijn tijd nemend, van kop tot teen, mijn baard, recht in mijn ogen. Om het gesprek wat gaande te houden, misschien wat bruikbaars op te steken, vraag ik hem of hij hier in Ivalo woont. No, I have house in Inari, girl in Ivalo. Hij lacht breeduit. Ik snap niet waarom. So, you very rich man then ? House in Inari ànd girl in Ivalo! No, I not rich. Hij graait in zijn broekzak, haalt een versleten lederen portemonnee boven, opent het langzaam alsof hij er na al die jaren nog altijd moeite mee heeft en toont mij de hele inhoud: enkele muntstukjes, vijf of zes Markka, schat ik in de vlugte. You rich ?  Val nu dood, zo recht voor mijn raap !  No, I not rich either; I only have rinkka, rucksack, and two legs; no car, no bike. Hij lacht, breedmonds. Me Juha Ánte. And you ?  I, Ger Bibbervandekou. From Brussels, Belgia. Schijnt hem een meer dan valabele presentatie te zijn. Hij lacht, zeer breedmonds, kleine scherpe oogjes. You have wife ?  Ik haal op mijn beurt mijn versleten, plat leren portefeuiltje uit mijn achterzak, sla het open en haal er de geplastifieerde kaart met de foto’s van vrouw en dochters uit, toon het hem. This (in het midden) my wife Lena, the Sad Eyed Lady Of The Lowlands, and this our daughters Karen and Sarah. Met die namen zouden het verdomme nog Samenvrouwtjes kunnen zijn !  Juha - ik noem hem binnensmonds bij zijn voornaam, we zijn immers al bijna familie - bekijkt de foto’s, andermaal grondig, rustig zijn tijd nemend, lacht zijn koffietanden bloot, bekijkt mij, stralend, en zegt traag, bijna theatraal, I come to Belgia !, grijns, grinnik. En dan, ernstig, niet begrijpend You... what you do here ?  Eindelijk, een levensvraag!  Existentiële Lapse nieuwsgierigheid. I come to Sápmi to walk, hike, geef ik als antwoord. Even een pauze, zijn hersens draaien op meer dan volle toeren. Why ?, vraagt hij ietwat verwonderd. Oh, just to hike and look around, see tunturi and joki and järvi and poro and Sami people. Hij bekijkt me, precies argwanend, onbegrijpend. But why ?, vraag hij, voor de tweede keer nu alsof mijn eerste antwoord onvoldoende kreeg. Well, euh, because Sápmi very beautiful. In Sápmi lot of space, not many people, walk around, build nice fire, cook good hot meal, sit outside and look over river, look over lake or look to the mountains, see the sky, sleep in tent wherever I like, sometimes meet people, most of the time not meet people because so much space. Where I live, in Belgia, we live like sardines in little box, here I can live like salmon in big river.

 

Juha Ánte heeft me de hele tijd van mijn simplistisch verhaal staan aankijken, aandachtig luisterend maar toch precies nog steeds onbegrijpend. Vandaar waarschijnlijk voor de derde keer: Why ?  Ik vrees dat veel uitleg, argumenten, drijfveren weinig zin hebben. Het antwoord waarop hij wacht moet blijkbaar meer slagkracht hebben dan de broze romantiek van de zoveelste doorreizende toerist. Ik begin te snappen dat hij met zijn schijnbaar domme kindervraag – waarom ? - op zijn manier wil te weten komen of hij al dan niet met een onnozele dáža te maken heeft. Ik zal deze kerel waarschijnlijk nooit meer tegenkomen en toch wil ik hem, voor één keer, een valabel antwoord geven. Het flitst plots, zo maar, door mijn hoofd en ik zeg luidop: Because, when I walk alone, I am free man.

Juha zegt geen woord, op zijn gezicht een gelukzalige maar wijze glimlach, zo van: goed zo, dàt begrijp ik, dàt is een goede reden.

 

We drukken mekaar de hand, zwijgend, alles is nu immers gezegd, hij glimlacht nog steeds en ik voel me warm, heel warm vanbinnen wanneer ik de drie treden van de bus opstap... op weg naar Inari. Terwijl ik mijn rugzak door de bus sleep, zie ik door de brede achterruit Juha die zijn been over zijn fiets gooit, de bus nakijkt, mij nakijkt en heel even alsof niemand dit mag zien, zijn hand omhoog steekt. Ik heb zijn zegen, ik kan nu gerust op pad gaan. Ahti en Tiermes en Baïve, de goden van water, donder en zon, zullen mij gunstig gestemd zijn. Mijn hart staat naar zingen, ik neurie stilletjes in mezelf Täälla pohjantähden alla (Hier onder de poolster)...

Tekst : G. Hesbeen


Sápmi, Sáme, Sámegiella: beledigend à Lapland, Lap, Lapse taal.

Tunturi: Fins voor het Samische duoddar: langgerekte, kale heuvelrug. Oorsprong van toendra.

Joki: Fins voor rivier

Järvi: Fins voor meer

Poro: Fins voor rendier

Dáža: Samisch voor niet Samische man (niet Samische vrouw: rivgu)

 

 

v